Over Grieken en Chocomelk

13 June 2017

'Ik kan harder rennen dan jij'
'Nou dat wil ik wel eens zien'
'Zetten we daar een rondje uit, en dan komt iedereen kijken wie er nou het hardste kan rennen'

Geen idee of het zo is gegaan bij de oude Grieken, maar ergens moet het idee zijn ontstaan dat rennen een sport was die meetbaar moest zijn. Op een rondje, waar iedereen naar kan kijken. 2 rechtere stukken bleek voor sprints handiger, zo moet het een ovaal zijn geworden. 

Een baanwedstrijd is als een pakje chocomelk. Je begint met volle teugen. Daarna kan je even lekker drinken, en al snel moet je zoeken. Het pakje scheef houden, zoekende naar het laatste restje chocomelk. Met een beetje mazzel komt de finish precies op het moment dat het pakje chocomelk op is. Als je pech hebt, hoor je het slurpende geluid van lucht door je rietje. 

Na een jaar baantraining was ik het tartan gaan waarderen, mijn pas aangepast. Nergens loop je zó soepel als op de baan. Er is niks te zien, je weet wat er komt, je weet precies hoe ver je nog moet. Nergens anders kan ik zo lopen dat ik uit sta, alles om me heen mis. En nergens kan ik mezelf zo vervloeken als op de baan. De baan is een grote confrontatie met jezelf. 

Een jaar na mijn eerste baanwedstrijdje stond ik er weer. 7,5 rondje. Ik vertrok lekker. Rondje 3 was nog te hebben maar daarna begon het grote zoeken met het rietje in het pakje chocomelk. Het was op. Ik besloot onderweg dat ik maar zou stoppen. Achteraan op de baan zou niemand me missen, en zou ik teruglopen en snel gaan douchen. Wat ik natuurlijk een halve ronde daarna weer vergeten was in het grote lege gat. Na het horen van de bel was stoppen ook geen optie meer. Ik kneep goed het pakje leeg en finishte. Dit nooit meer. 

Wat ik 2 weken later weer vergeten was. Die klok is net drugs, zo verslavend als wat. Na wat rondjes afzien die blik op die klok, dat doet alles. Het ongeloof. Ik plof neer op het gras achter de klok en doe mijn ogen dicht. Wat zal ik komende wedstrijd voor tijd lopen? En volgend jaar?

'We gaan het Nederlands record erbij pakken, gaat ze dat halen?' hoor ik de speaker roepen. Balk, spring, ren, kniehef, afzet, waterbak. Ik zie niks, geen rondebord, geen klok, ik sta uit, het enige wat ik doe is rennen. Ik luister naar mijn plons in de waterbak. Er volgt geen plons. 

Ik blaas het pakje op, gooi het op de grond en spring erop. Pang. Het is feest. De speaker roept, de muziek klinkt. 

De baan is geweldig. 

(Eefje)

Foto Sanne Denneman